JSF de beste keuze voor de luchtmacht? (deel 1)

Voor het laatst bijgewerkt op 17 april 2013 | Dossier: Het project |

Printen Mailen

Uit: Piloot en Vliegtuig - Februari 2013
Door: Hans Heerkens - Docent Luchtvaartindustrie Universiteit Twente

In dit magazine heb ik diverse malen kritisch geschreven over de Lockheed Martin F-35 Lightning ll, de Joint Strike Fighter (JSF) die waarschijnlijk de F-16’s van de Koninklijke Luchtmacht (KLu) zal vervangen. Onlangs sprak ik met enkele luchtmachtmensen die betrokken zijn bij de vervanging van de F-16. De inzichten die ik daarbij heb opgedaan – de mijne, niet noodzakelijkerwijs de hunne – wil ik graag met u delen. lk ga ervan uit dat de aanschaf van nieuwe gevechtsvliegtuigen niet ter discussie staat en dat bijvoorbeeld het aanschaffen van een groter aantal eenvoudigere vliegtuigen (Piloot en Vliegtuig, februari 2011) niet aan de orde is. Ook is duidelijk dat de luchtmacht gebonden is aan wat op de markt te koop is, en niet zelf het ideale toestel kan laten ontwikkelen.

Vliegprestaties

Er zijn verschillende manieren om de kwaliteiten van de JSF te beoordelen. Het toestel kan worden vergeleken met andere kandidaten voor de opvolging van de F-16; de Saab Gripen, Eurofighter Typhoon of Dassault Rafale. Je kunt hem vergelijken met de F-22A Raptor, de beste straaljager die voor dit geld te koop is, of eigenlijk niet te koop is, want Amerika wil het vliegtuig niet exporteren. Vergelijking met mogelijke tegenstanders is ook zinvol. We hebben het dan over vierde generatie-vliegtuigen als de Su-27-familie, of over nieuwe toestellen als de Sukhoi T-50 en de Chinese J-20. Uiteindelijk gaat het erom of de Lightning II de voorziene missies kan vervullen, waarbij hij te maken kan krijgen met luchtdoelraketten zoals de Russische 5-300 en 5-400.

De F-35 heeft niet de stuwkracht-gewichtverhouding van de Eurofighter Typhoon en zeker niet die van de F-22. Maar hij voert zijn wapens (bommen en luchtdoelraketten) intern mee. Dit betekent dat hij minstens dezelfde prestaties levert als een F-,l6 met dezelfde bewapening, met de bestuurbaarheid bij hoge invalshoeken van een F/A-18 Hornet. Op grote hoogte zijn grotere versnellingen (meer C’s) mogelijk dan met een F-16. Ook is de kruissnelheid zo’n 100 km/h hoger dan die van de F-16. Van luchtmachtvliegers vernam ik dat ze de Su-27 bij oefengevechten goed aankunnen door gebruik te maken van de sterke punten van de F-16, als de geringe luchtweerstand bij scherpe bochten, en de zwakke punten van de Flanker, bijvoorbeeld het slechte zicht naar achteren.

Zwakheden

De F-35 heeft ten opzichte van andere gevechtsvliegtuigen enkele sterke punten waaronder het Distributed Aperture System. Daarmee kan de vlieger rondom doelen opsporen en wapens richten. Hij of zij kijkt als het ware door de wanden en de vloer van het vliegtuig heen. Verder hebben andere toestellen soms zwakke punten die niet zo opvallen als je alleen naar de prestaties kijkt. Zo kan de Typhoon bij het maken van scherpe bochten niet van koers veranderen zonder eerst het aantal C’s te verminderen. Dergelijke kleine zwakheden kunnen door een tegenstander worden uitgebuit. Bovendien zijn de verschillen tussen de JSF en andere vliegtuigen sowieso niet groot, omdat het menselijk lichaam niet veel méér belasting aankan dan het ondergaat  in een F-35. De enige gebieden waarop bemande vliegtuigen nog kunnen worden verbeterd, zijn acceleratie, rol snelheid, klimvermogen, maximumsnelheid en handelbaarheid bij geringe en bij supersone snelheden. Op deze gebieden laat de Amerikaanse F-22 zowel de JSF als zijn concurrenten ver achter zich.

Luchtgevechten

Het belang van goede eigenschappen voor het korteafstandsluchtgevecht wordt vaak beargumenteerd door verwijzing naar de Vietnamoorlog. Daar presteerden Amerikaanse Phantoms in het begin maar matig tegen eenvoudige (en veel goedkopere) MiG’s. Maar dat was mede doordat de Amerikanen hun doelen visueel moesten identificeren, en dat kon vóór de komst van infraroodcamera’s en Synthetic Aperture Radar alleen op korte afstand. Bovendien waren Amerikaanse vliegers niet geoefend in ‘dogfights’.

Later bleek dat de Phantom dankzij zijn sterke motoren tamelijk effectief was wanneer werd gemanoeuvreerd in het verticale in plaats van in het horizontale vlak. Bovendien zijn luchtdoelraketten tegenwoordig veel bedrijfszekerder dan tijdens de Vietnamoorlog. Korteafstandsluchtgevechten zijn dan ook zeldzaam geworden. Toch is het belangrijk dat de JSF zich kan handhaven in dergelijke tactische situaties. Want een vlieguigontwerper kan een wendbaar vliegtuig wel voorzien van de bewapening voor langeafstandsgevechten, maar hij kan van een zwaarbewapend maar matig presterend vliegtuig geen dogfighter maken. Het bovenstaande betekent niet dat de JSF een superieur toestel tegen luchtdoelen is. Maar zolang de vlieger ook maar enigszins zelf de omstandigheden van een luchtgevecht kan bepalen, moet de F-35 zich afdoende kunnen handhaven in het korte afstandsluchtgevecht. Daarvoor is hij echter niet bedoeld. Door zijn stealth-eigenschappen moet hij een tegenstander kunnen aanvallen zonder zelf te worden ontdekt.

Deel dit artikel:

Terug naar boven
Tweets by @nifarp

Dossiers