Missie vanaf een vakantie-eiland

Voor het laatst bijgewerkt op 3 april 2013 | Dossier: Vrede & veiligheid |

Printen Mailen

Vanaf de militaire vliegbasis Decimomannu op het Italiaanse eiland Sardinië deed Nederland in het voorjaar van 2011 met zes F-16’s mee aan de NAVO-operatie om het vliegverbod boven Libië en het wapenembargo te handhaven. Freelance journalist Riekelt Pasterkamp maakte er destijds voor Onze Luchtmacht de volgende reportage.

Het is vroeg in de ochtend als piloot Jeroen* op het platform van de vliegbasis Decimomannu zijn F-16 inspecteert. Onder de vleugels van de loodgrijze J-868 hangen air-to-air-wapens. Met de sterke camera’s in de Litening AT Block II targeting pod kan Jeroen straks vanuit de lucht inzoomen tot tussen de straatklinkers. Op de staart van het toestel een afbeelding van Polly Grey, het logo van 322 Squadron met als thuisbasis de vliegbasis Leeuwarden.

Wat is de bestemming voor vandaag? Jeroen glimlacht. ”We gaan in ieder geval richting Libië.” Uit een blauw plastic zakje komen wat etenswaren en pakjes drinken. Mondvoorraad voor de zes lange uren die Jeroen vandaag in de cockpit van zijn F-16 zal doorbrengen. Nog even snel plassen in de berm en dan klimt Jeroen via een trap in de krappe cockpit. Dit is de komende uren zijn kantoor.

Riemen vast, helm op, zuurstofmasker voor, kap dicht. Ready to go. F-16’s vliegen altijd in een koppel van twee. Vandaag wordt de J-868 vergezeld door de J-362. De duimen van de piloten gaan omhoog als ze linksaf slaan richting de startbaan. Minuten later zwelt het gebrul van de Pratt & Whitney-motoren aan. Al vuurspuwend komen de toestellen los van de baan. Binnen enkele seconden zijn ze uit het zicht verdwenen.

Hoeken

Vanaf het militaire vliegveld Decimomannu op Sardinië doet Nederland, samen met andere landen, sinds eind maart mee aan de NAVO-operatie Unified Protector om het vliegverbod boven Libië en het wapenembargo te handhaven. Zes Nederlandse F-16’s zijn op het Italiaanse eiland gestationeerd, waarvan er vier vrijwel dagelijks in de lucht zijn.

Commandant van het detachement van dik honderd militairen is luitenant-kolonelvlieger Johan van Deventer, normaliter commandant 323 TACTES Squadron op de vliegbasis Leeuwarden. ”We kijken tijdens de patrouilles in alle hoeken en gaten”, zegt hij in zijn kantoortje op de basis. ”In acht of negen minuten zijn we 200 kilometer verderop.” Veel misverstanden over de situatie op de grond in Libië laat hij niet bestaan. ”Je ziet en hoort dat het daar oorlog is. Als piloot zit je bij het raam.”

Ingrijpen mogen de Hollandse piloten niet, ze controleren alleen het luchtruim. Als een AWACS-radarvliegtuig van de NAVO een verdacht vliegtuig signaleert worden de F-16’s er op af gestuurd. Dan begint, zo legt Van Deventer (41) uit, de gelaagde opbouw van druk uitoefenen. ”Eerst om het verdachte toestel vliegen. Kijken wat voor type vliegtuig het is, staan er bijvoorbeeld tekens op. Dan waarschuwen, eventueel met een waarschuwingsschot.” In het uiterste geval mogen de piloten hun boordmitrailleur en luchtdoelraketten gebruiken om een vliegtuig neer te schieten. ”Als er geweld gebruikt moet worden, kunnen we dat.”

Zwembad

Het 1 (NLD) Fixed Wing Element is uitgezonden voor een periode van drie maanden, van eind maart tot eind juni. Het detachement vertrok op 24 maart halsoverkop vanaf de vliegbasis Leeuwarden. Tussen het kabinetsbesluit om aan de NAVO-missie mee te doen en het vertrek naar Sardinië zaten maar een paar dagen. “De eerste tijd hield ik kantoor in de buitenlucht met alleen maar een BlackBerry, bierviltje, pen en een van de Italianen geleende stoel”, aldus Van Deventer. Op 28 maart leidde de overste de eerste missie van de Koninklijke Luchtmacht vanaf Decimomannu.

Met containers is net buiten een hangar een kantoorstraat gemaakt. Op een van de containers wappert trots de Friese vlag. De Nederlanders mogen in hun vrije tijd de vliegbasis niet af en net als in Afghanistan geldt de no-can rule, dus geen druppel alcohol.

Gaandeweg brengen het detachement wat leven in de slapende Italiaanse basis op de zuidpunt van het eiland, niet ver van de hoofdstad Cagliari. De tennisbaan, het volleybalveld en waarschijnlijk ook het vervallen zwembad worden in ere hersteld. De officiële naam van de basis is militair vliegveld Giovanni Farina Decimomannu. Het complex is vernoemd naar een Italiaanse vliegenier die voor zijn heldendaden de gouden medaille voor militaire moed kreeg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sneuvelde Farina boven Sardinië.

Decimomannu is in 1940 in gebruik genomen door het fascistische bewind in Italië, dat samenwerkte met nazi-Duitsland. In 1943 werd het veroverd door de geallieerden, waarna het een basis van de Amerikaanse luchtmacht werd. Sinds 1979 gebruiken verschillende NAVO-landen de basis voor Dissimilar Air Combat Training.

Hornets

De Nederlanders delen Decimomannu met detachementen uit Spanje en de Verenigde Arabische Emiraten. De Spanjaarden hebben vier EF-18AM Hornets bij zich, terwijl de Emiraten zes Mirages-2000 en zes F-16’s E/F Block 60 op Sardinië stationeerden.

Opdrachten krijgt het 1 (NLD) Fixed Wing Element vanuit het Combined Air Operations Centre 5 (CAOC), Poggio Renatico in Italië waar eveneens twee Nederlandse liaisons werken. Het CAOC kijkt niet naar Decimomannu als basis, maar stuurt de drie detachementen gescheiden aan. De tasking komt een dag van te voren. Unified Protector staat onder commando van de Canadese luchtmachtgeneraal Bouchard.

Ook de mijnenjager Hr. Ms. Haarlem doet mee aan Unified Protector. Het schip patrouilleert met schepen van andere NAVO-landen in de Middellandse Zee. Aanvankelijk was ook een KDC-10 van de Koninklijke Luchtmacht aan de missie toegevoegd. Het toestel kon echter vanwege andere operationele verplichtingen onder andere in Afghanistan en Alaska maar tot 4 april worden ingezet.

De AWACS-radartoestellen van de NAVO opereren vanaf het vliegveld Trapani op Sicilië. Nederlandse crewleden die normaal vanuit het Duitse Geilenkirchen werken, vliegen nu in rotaties van zes weken vanaf Trapani mee met de AWACS-toestellen boven de Middellandse Zee.

Auto’s

Omdat Van Deventer en zijn collega-piloten op “middelbare hoogte” boven de Libische kustlijn patrouilleren zien en horen ze wat er op de grond gebeurt. ”Er gebeuren continue dingen”, zegt de detachementcommandant. “Onze sensoren zijn goed genoeg om auto’s te kunnen volgen en het aantal personen te tellen.”

Het vliegen vanaf een vakantie-eiland naar een conflictgebied kan de piloten in een mentale spagaat brengen. ”Het contrast is groot”, erkent Van Deventer. ”Je ziet daadwerkelijk dat het daar oorlog is. Er zijn ontploffingen midden in een stad.” Voor de rest van het detachement heeft de missie veel weg van een oefening, zij het een langdurige. Aan Van Deventer en zijn staf de taak om de motivatie op peil te houden. Dat gebeurt onder andere door tijdens de zogenaamde keek-op-de-week een piloot te laten vertellen over wat hij boven Libië hoort en ziet, eventueel aangevuld met beelden.

Twijfel over het nut van de missie speelt volgens de detachementcommandant geen rol. Sinds het begin van de NAVO-missie heeft de Libische leider Kadafi geen bombardementen meer uitgevoerd. ”De no fly-zone is effectief. We laten zien dat we er toe doen.”

*Op verzoek van Defensie geen achternaam

 

Deel dit artikel:

Terug naar boven
Tweets by @nifarp

Dossiers